Politiezones AMOW, Dilbeek, TARL onderzoeken nauwere samenwerking, waaronder fusie

Sinds 2014 hebben de politiezones AMOW, Dilbeek en TARL zich verenigd in de politieassociatie Centrum, of kortweg PACE. De drie politiekorpsen werken zo al enkele jaren samen rond onder meer intern toezicht, ICT en geweldbeheersing, ze delen operationele wachtdiensten en voeren samen acties uit op het terrein. Van een fusie was de voorbije jaren geen sprake. De politiezones bleven ieder hun autonomie en eigenheid behouden. Vandaag wordt echter meer en meer duidelijk dat de lokale politie onder druk staat.

Enerzijds zorgt een moeizame instroom van nieuwe medewerkers voor een capaciteitsprobleem, anderzijds neemt de druk lokaal toe door een almaar steviger takenpakket voor de lokale politie. De grootstedelijke problematieken treffen steeds meer ook de rand rond Brussel. Hidden impact crimes zoals ondermijnende criminaliteit, cybercriminaliteit en gewelddadig radicalisme, vragen van lokale politiemedewerkers meer dan ooit specialisatie op vaak nieuwe terreinen. Voor de financiering van dit alles wordt in eerste instantie gekeken naar de lokale besturen. Daardoor lijken de bestaande politiekorpsen met hun huidige capaciteit en middelen, en de veelheid aan opdrachten en verwachtingen, op hun limieten te botsen.

Eind maart 2023 werd in de stuurgroep van PACE door de burgemeesters de intentie geuit om een haalbaarheidsstudie uit te voeren met het oog op een vrijwillige fusie tussen de politiezones AMOW, Dilbeek en TARL. Een taskforce bestaande uit enkele beleidsmedewerkers van de verschillende politiezones kreeg de opdracht “tegen midden oktober een studie uit te voeren naar de financiële, personele, organisatorische en operationele aspecten van een vrijwillige fusie van de 3 politiezones.” De studie wordt begeleid door een verbindingsambtenaar bij de provinciegouverneur.

Doel van de studie is te onderzoeken of het ‘haalbaar, effectief en efficiënt is om de politiezones AMOW, Dilbeek en TARL te fusioneren met het oog op een duurzaam betere basispolitiezorg in de betrokken gemeenten’. Er wordt gewerkt naar een toekomstbeeld waarin meer en beter kan worden gedaan met (minstens) dezelfde middelen. Meer operationele slagkracht en een kwaliteitsverbetering in de (basis)politiezorg zijn belangrijke uitgangspunten.

De eerste fase in het onderzoek gaat begin juni van start. Door middel van een politiezorgkrachtmeting per politiezone, wordt de huidige situatie in ieder korps in kaart gebracht: hoe is de verhouding vandaag tussen de beschikbare capaciteit en middelen, en de te vervullen opdrachten? Per politiezone worden heel wat gegevens verzameld, aangevuld met enkele interviews van sleutelfiguren. Op basis daarvan geven we een beeld over wat de sterktes zijn, en waar de verbeterpunten zitten. We brengen in kaart op welke manier de politiezorgkracht in de betrokken politiezones kan worden versterkt. Kan dat eventueel door middel van een fusie?

In oktober wordt hierover een eerste tussentijds rapport neergelegd bij de burgemeesters, waarin enkele mogelijke voor- en nadelen van een fusie tussen de 3 politiezones worden belicht. Wat er daarna zal gebeuren, is op dit moment nog niet duidelijk. Ofwel wordt op basis hiervan beslist de haalbaarheidsstudie verder te zetten en meer diepgaand het toekomstbeeld met en zonder een mogelijke fusie voor te bereiden, ofwel zou men kunnen beslissen onmiddellijk aan de politieraden een beslissing te vragen over de fusie van de 3 politiezones, zonder verder onderzoek. Vandaag is er in ieder geval nog geen beslissing genomen over het al of niet aangaan van een fusie.

De haalbaarheidsstudie die nu van start gaat, moet uitwijzen welke optie voor de toekomst het meest garanties biedt voor een duurzaam sterke politiezorg aan de bevolking.