Straffeloosheid in Halle-Vilvoorde duurt voort

Door Willy Segers op 2 september 2016, over deze onderwerpen: Brussel en Vlaamse Rand
Justitia

De zesde staatshervorming zorgt dus niet voor een eigen vervolgingsbeleid

Woninginbraken zijn een groot probleem in Halle-Vilvoorde. Als burgemeester van Dilbeek kan ik dit jammer genoeg enkel maar beamen. Bij de start van het gerechtelijk jaar deed de procureur van het jonge parket Halle-Vilvoorde in de pers zijn opmerkelijke beklag over de gebrekkige werking van het gerecht in Brussel en Halle-Vilvoorde. Hij stelt onomwonden dat de Vlaamse Rand nood heeft aan een eigen rechtbank.
En of hij gelijk heeft!

Heel de discussie werpt ons terug op de gebrekkige constructie die bij de zesde staatshervorming (2011-2012) werd uitgedokterd voor het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Voordien waren het parket en de rechtbanken – allen met zetel in Brussel - bevoegd voor het hele  arrondissement B-H-V, dus ook voor criminaliteit in de Vlaams Rand. Dit leidde ertoe dat zowel het vervolgingsbeleid als de rechtsbehandeling volledig op de hoofdstad werden afgestemd. Het maakte de criminaliteitsbestrijding in Halle-Vilvoorde dan ook navenant: de prioriteiten in Brussel verschillen wel degelijk van die in Halle-Vilvoorde. In Brussel wordt bijvoorbeeld een woninginbraak al langer niet of nauwelijks behandeld.

Bij de zesde Staatshervorming werd ook het luik B-H-V aangepakt: niet enkel de kieskring werd gesplitst, ook het gerechtelijk arrondissement werd aangepakt. Helaas niet op oordeelkundige wijze, getuige daarvan de afbrandende kritieken destijds uit de juridische wereld op deze hervormingsplannen.

De Vlaamse onderhandelaars van het Vlinderakkoord sloegen zich echter op de borst: met de door hen bedoelde ‘splitsing’ van het gerechtelijk arrondissement B-H-V zou het vanaf nu gedaan zijn met de straffeloosheid in Halle-Vilvoorde! Helaas: niets is minder waar.

Vooreerst: van een echte splitsing was geen sprake. Enkel het parket werd gesplitst, met een NL-talige procureur aan het hoofd en vestiging in Asse. Maar de rechtbanken werden niet gesplitst: ze bleven in Brussel maar werden ‘ontdubbeld’ in een NL-talige en FR-talige rechtbank. Een discutabele ingreep bleek snel, gezien de wankele taalverhoudingen of gebrek aan werklastmeting om dit georganiseerd te krijgen.

Bovendien werd met de taalwijziging ook gemorreld aan de taalwetgeving in gerechtelijke dossiers. In de feiten komt dat neer op een uitbreiding van taalfaciliteiten. Anderstalige plegers van criminele feiten op Vlaams grondgebied, maar evenzeer burgers die betrokken zijn bij een huurgeschil in Halle-Vilvoorde, verkrijgen via  een taalwijziging een Franstalige dossierbehandeling en doorverwijzing naar een Brusselse rechter.  

De nefaste criminaliteitsbehandeling voor Halle-Vilvoorde blijft dus na het Vlinderakkoord intact, het werd zelfs erger!

’t Stond in de sterren geschreven…

De smeekbede van de procureur van het nieuwe parket voor Halle-Vilvoorde is dus bijzonder terecht!  Met zijn team levert hij op dynamische wijze perfect werk in zijn nieuwe werkomgeving en zette op korte tijd een specifiek vervolgingsbeleid voor de Vlaamse Rand op poten. Helaas blijven alle verdere instrumenten onbereikbaar…    

Met vaak onbegrijpelijke situaties als dit tot gevolg: 'Een paar dagen geleden hebben we een inbreker die in Zemst op heterdaad was betrapt, moeten vrijlaten. De Franstalige onderzoeksrechter in Brussel besloot om hem niet aan te houden.' Een zeer herkenbare situatie die ik als burgemeester van Dilbeek ook al twee maal moest ondergaan. Probeer op die manier de lokale politiemensen en recherche maar gemotiveerd te houden. Om nog te zwijgen over het terechte onbegrip bij de bevolking die dit soort kafka-toestanden niet slikt.

De zesde staatshervorming zorgde in de Vlaamse Rand dus duidelijk niet voor de beloofde verbetering. Hopelijk daagt dit besef ook bij de partijen die het akkoord destijds zo vurig verdedigden.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is